Voor een betere surfervaring, gelieve een andere compatibele browser te gebruiken zoals Firefox of Google Chrome

Hoeveel roerende voorheffing betaal je op je beleggingen?

Roerende voorheffing

De roerende voorheffing is een belasting op inkomsten uit roerende goederen zoals spaarboekjes, obligaties, aandelen en verzekeringsbons. Bij deze taks komen allerlei regels en uitzonderingen kijken. Een overzicht.

Roerende inkomsten

Concreet gaat het bij inkomsten uit roerende goederen over interesten, dividenden en meerwaarden. De taks wordt ingehouden door de instelling (bank of bedrijf) die de interest of het dividend uitbetaalt. Je krijgt het nettobedrag op je bankrekening gestort. Je moet deze inkomsten niet meer aangeven op je personenbelasting.

Standaardtarief: 30%

Sinds 2017 betaal je standaard 30% roerende voorheffing op interesten en dividenden. Dat geldt voor:

  • interesten op een zichtrekening, niet-gereglementeerde spaarrekening, kasbon, staatsbon, termijnrekening, obligatie, verzekeringsbon, tak23, spaarverzekering en lijfrente
  • dividenden op aandelen en coöperatieve deelbewijzen, distributie- en beleggingsfondsen, trackers, vastgoedcertificaten
  • meerwaarden op het obligatiegedeelte van kapitalisatiefondsen die minstens 10% belegd zijn in obligaties

15% op gereglementeerde spaarboekjes

Voor interesten op spaarrekeningen betaal je 15% roerende voorheffing. Je krijgt ook een vrijstelling op de eerste schijf van 980 euro. Dat bedrag kan elk jaar wijzigen.

Voor gehuwden en wettelijk samenwonenden geldt een dubbele vrijstelling: op de eerste 1.960 euro aan interesten op je spaarboekje hoef je geen belasting te betalen. Ook als je een gemeenschappelijke spaarrekening hebt met iemand anders kan je de dubbele vrijstelling genieten. In dat geval heb je wel een getuigschrift nodig.

Vrijstelling voor dividenden

Ontving je dividenden uit aandelen na 1 januari 2018? Dan is de eerste schijf dividenden van 640 euro vrijgesteld van roerende voorheffing. Dat bedrag werd opgetrokken tot 800 euro voor dividenden ontvangen vanaf 1 januari 2019. Maar opgelet! De bank houdt de roerende voorheffing sowieso in. Heb je te veel taks betaald, dan moet je die zelf recupereren via je aangifte van de personenbelasting.

Andere uitzonderingen

Er geldt ook een uitzonderingstarief van 15% voor:

  • dividenden van vastgoedvennootschappen die minstens 60% beleggen in vastgoed voor de gezondheids- en zorgsector (Care Property Invest en Aedifica)
  • de interesten op de staatsbon Leterme (die in december 2019 vervalt)

Andere taksen op beleggingen en spaarproducten

De belegger is een graag geziene gast bij de fiscus. Naast de roerende voorheffing betaalt de belegger ook beurstaks  bij de aan- en verkoop van effecten (taks op de beursverrichtingen of TOB). In 2018 werd ook de effectentaks (taks op effectenrekeningen) ingevoerd: als je meer dan 500.000 euro op één of meerdere effectenrekeningen aanhoudt, betaal je een taks van 0,15% op het totaal van de waarde van de aangehouden effecten. Het Grondwettelijk Hof heeft deze belasting onlangs nietig verklaard.En de taks op meerwaarden? Die kwam, en die ging weer weg ... tot ze opnieuw op tafel komt.

Hoe kunnen we u helpen?