Drie beurskrachs die de wereld deden wankelen
Drie financiële crisissen hadden eerder wereldwijd grote gevolgen, net zoals het coronavirus nu. We kennen ze als Black Thursday, de petroleum- en de subprime-crisis.
“Een nooit geziene economische en financiële crisis”, zo wordt de huidige vertraging van de economie door het coronavirus vaak omschreven. Niemand heeft deze uitzonderlijke situatie kunnen voorspellen en de markten storten ineen, maar het is niet de eerste keer dat zoiets gebeurt. De eerste financiële crisis zou zich zelfs al in … 1637 hebben voorgedaan, in Nederland, toen de bubbel van de tulpenbollen uit elkaar spatte. Toch denken sommige experts dat dit vooral een straf verhaal is dat later werd aangedikt.
Black Thursday in 1929
In de jaren 1920 gingen de zaken heel goed in de Verenigde Staten: de productie groeide met meer dan 50%. Toch was er een probleem: de aandelenbeurs klom met ruim 300%. De Amerikanen staken zich diep in de schulden om een graantje mee te pikken van de groei, tot vreugde van de speculanten. Aan dit feest kwam abrupt een einde op 24 oktober 1929, een dag die de geschiedenis zou ingaan als “Black Thursday”. De koersen tuimelden naar beneden, op Wall Street heerste paniek en miljoenen aandelen werden te koop aangeboden. Samen met de beurskoersen stortte ook de Amerikaanse economie in en ze sleurde de hele wereld mee in haar val. Pas bij de New Deal van president Roosevelt geraakte het land uit de Grote Depressie.
De eerste petroleumschok in 1973
Voor de eerste petroleumschok zijn er verscheidene redenen aan te wijzen: de Amerikaanse economie piekte, de VS stapten uit de akkoorden van Bretton-Woods en voerden vlottende wisselkoersen in, in het Midden-Oosten woedde een oorlog en de OPEC legde zijn wil op. De gevolgen voor de westerse landen waren enorm: vier keer duurdere energierekeningen, stijging van de levensduurte, technische werkloosheid, … De petroleumschok betekende het einde van de naoorlogse bloeiperiode. De industrielanden kampten vele jaren met de gevolgen en in 1979 kwam er een tweede petroleumschok bovenop. Sindsdien diversifieerden de industrielanden hun productie en energiebevoorrading om minder afhankelijk te zijn van aardolie.
De subprime-kredietcrisis van 2008
In september 2008 barstte een nieuwe financiële bubbel. Deze keer ging het om de Amerikaanse subprimes, woonleningen waarvan het risico door de banken werd herverpakt tot effecten. Speculanten kochten die massaal op. Tot bleek dat de eigenaars hun woningen niet langer konden afbetalen, de woningen werden aangeslagen en verkocht … maar er geen kopers opdaagden. De beleggers kochten geen effecten meer van de banken, die achterbleven met onbetaalde woonkredieten. Voor sommige banken betekende dit het faillissement, zelfs voor befaamde instellingen als Lehmann Brothers. De zoveelste beurskrach tastte razendsnel de hele wereld aan en landen moesten miljarden uitgeven om hun eigen banken te redden van de ondergang.
Deze publicatie bevat algemene informatie en vormt geen persoonlijk advies. Deze informatie kan veranderen of onderworpen zijn aan specifieke regels of interpretaties, afhankelijk van de situatie. Beobank is niet verantwoordelijk voor de juistheid, de volledigheid en de bijgewerkte versie van de informatie uit de genoemde bronnen.