Wat verandert voor schenkingen met voorbehoud van vruchtgebruik?
Waarom is een schenking met voorbehoud van vruchtgebruik interessant ? Waarop moeten blote eigenaar en vruchtgebruiker letten...
De toegenomen levensverwachting heeft ook gevolgen voor het overgaan van een vermogen naar de volgende generatie. Dat mensen steeds ouder worden, leidt ertoe dat hun kinderen pas op latere leeftijd een erfenis krijgen. Niet zelden gebeurt dat pas op een moment dat ze het minder of niet meer nodig hebben. Bij het overlijden van een zeventiger of tachtiger zijn de kinderen vaak al in de vijftig of zestig of nog ouder.
Veel mensen denken dan ook aan een erfenissprong. Waarom zouden kleinkinderen niet rechtstreeks kunnen erven van hun grootouders? Zij kunnen het doorgaans wel nog goed gebruiken. Als dertigers of veertigers zitten ze nog in een investeringsfase, waardoor een extra steuntje in de rug welkom is.
De grootouders zouden hun kleinkinderen via een clausule in hun testament kunnen aanduiden als begunstigde, maar dit biedt slechts een gedeeltelijke oplossing. De kinderen hebben altijd recht op een voorbehouden deel van de erfenis, het zogenaamde reservataire deel, waaraan niet getornd kan worden. Afhankelijk van het aantal kinderen beloopt dit de helft tot driekwart van de nalatenschap. Slechts een kwart tot de helft kan dus vrij naar de kleinkinderen vloeien.
Om de erfenis meteen volledig naar de kleinkinderen te laten vloeien, moeten de kinderen de erfenis verwerpen en dus niet aanvaarden. Pas dan komen de kleinkinderen in beeld. Zij treden op dat moment in de plaats van hun ouders. Samen nemen ze hun deel in de erfenis over. Juridisch spreekt men van plaatsvervulling. Het gevolg hiervan is wel dat de kleinkinderen evenveel erfbelasting moeten betalen als hun verwerpende ouders indien die de erfenis niet verworpen hadden.
Een verwerping van de erfenis moet bovendien voor de nalatenschap in haar geheel. Een gedeeltelijke verwerping kan niet. Het is alles of niets.
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waals Gewest blijft dit trouwens zo. Hier is niets aan de wetgeving gewijzigd. Een erfenis- of generatiesprong heeft er als enig voordeel dat een generatie wordt overgeslagen en er dus maar eenmaal erfbelasting wordt betaald in plaats van tweemaal (een eerste maal van de overledene naar diens kinderen, een tweede maal als de kinderen sterven en het vermogen naar hun nazaten overgaat).
In Vlaanderen ligt dat anders. Daar gaat op 1 september 2018 een nieuwe regelgeving in. Vanaf dan moeten de kleinkinderen erfbelasting betalen volgens hun erfdeel. En gezien de erfbelasting volgens een getrapt systeem wordt berekend – weinig op de laagste schijven, meer op hogere bedragen – zorgt dat voor een lagere factuur indien er meerdere kleinkinderen zijn.
Bovendien is de erfenissprong in Vlaanderen vanaf 1 september geen ‘alles-of niets’-verhaal meer. Voortaan zullen kinderen de nalatenschap van hun ouders kunnen aanvaarden om vervolgens op hun beurt een deel belastingvrij door te geven aan de derde generatie. Dit moet dan wel binnen het jaar gebeuren.
In een dergelijk scenario betaalt de eerstervende ouder wel de volledige erfbelasting, maar kan hij vervolgens een deel belastingvrij schenken aan zijn kinderen. Dat is een uitzondering op de klassieke schenking, waarbij in rechte lijn in Vlaanderen een tarief van 3% gangbaar is.
Er moet er wel een duidelijk verband bestaan tussen de erfenis en de daaropvolgende schenking. Die laatste moet bovendien gebeuren via een notariële akte.
Deze publicatie bevat algemene informatie en vormt geen persoonlijk advies. Deze informatie kan veranderen of onderworpen zijn aan specifieke regels of interpretaties, afhankelijk van de situatie. Beobank is niet verantwoordelijk voor de juistheid, de volledigheid en de bijgewerkte versie van de informatie uit de genoemde bronnen.