Wat leert de coronacrisis over uw pensioensparen?

Pensioenspaarfondsen kregen klappen tijdens de coronacrisis, pensioenspaarverzekeringen niet. Het bewijst dat u beide formules goed moet afwegen als u aan pensioensparen wil doen.

"Sparen voor je pensioen later is essentieel en zou je eerste belegging moeten zijn. Het fiscale voordeel in combinatie met een mogelijke blootstelling aan de beurs- naargelang de gekozen beleggingsformule- zou iedereen moeten overtuigen." 

                                                  Marnix Philips - Product Manager Investments

Twee opties

Wil u met pensioensparen starten, dan heeft u twee opties. De eerste is een pensioenspaarfonds. Daarbij stort u elk jaar een bedrag, dat wordt belegd in een fonds met aandelen en obligaties. Als de beurzen (sterk) stijgen, worden die (veel) meer waard en bouwt u een mooi kapitaal op. Maar u kunt ook pech hebben. Als de financiële markten terugvallen, zakt de waarde van uw investering. Door de coronacrisis gebeurde dat de voorbije weken ook. Vooral voor wie al dicht bij zijn pensioen staat, kwam dat hard binnen. Jongeren kunnen nog hopen dat de koersen zich op termijn herstellen.

De tweede optie biedt meer veiligheid. Met de pensioenspaarverzekering geniet elke gestorte premie de gewaarborgde rentevoet die van kracht is op het ogenblik van de storting. De gewaarborgde rente kan worden aangevuld met een eventuele winstdeling afhankelijk van de resultaten van de verzekeringsmaatschappij. Deze winstdeelname is niet gewaarborgd en kan van jaar tot jaar variëren. Bovendien is, in tegenstelling tot pensioenspaarfondsen, het kapitaal van de pensioenspaarverzekering beschermd.

Voor het fiscale voordeel dat u krijgt als u aan pensioensparen doet, is er geen verschil. Dat is in beide gevallen gelijk. Doet u in 2020 een storting van hoogstens 990 euro, dan krijgt u een belastingvermindering van 30% op de gestorte bedragen. Bij een storting tussen 990 euro en 1.270 euro zakt dat naar 25%.

Uitbetaling

De wijze van beleggen is evenwel niet het enige verschil tussen een pensioenspaarfonds en een pensioenspaarverzekering. Ook het moment van opvragen van uw kapitaal kan anders zijn.

Een pensioenspaarfonds kunt u zonder fiscale penalisatie opvragen van zodra de zogenaamde anticipatieve heffing werd afgehouden. Startte u voor uw 55^ste, dan gebeurt dat op uw zestigste verjaardag. Anders is dat pas na de tiende verjaardag van uw eerste storting.

Toch spaart u maar beter tot het jaar waarin u 64 wordt. De stortingen na uw zestigste verjaardag geven nog altijd recht op een belastingvermindering. Voor wie voor zijn 55^ste startte met pensioensparen zijn ze zelfs extra interessant want de opbrengst ervan wordt nadien niet meer belast.

U bent overigens niet verplicht om al meteen het pensioensparen op te vragen, zelfs niet als u met pensioen gaat. Mocht de beurs op dat moment niet gunstig zijn, dan mag u het kapitaal laten staan in de hoop op betere tijden.

Anders is het als u koos voor een pensioenspaarverzekering. Die heeft een vaste vervaldag en wordt sowieso verplicht uitgekeerd op de dag dat u effectief met pensioen gaat.

Heffing

Ook voor de manier waarop de fiscus de anticipatieve heffing berekent, is er een verschil tussen een pensioenspaarfonds en een pensioenspaarverzekering.

Bij een pensioenspaarfonds wordt u belast op een fictief kapitaal, waarbij de fiscus doet alsof elke storting 4,75% per jaar heeft opgebracht, ook al is dit in de praktijk totaal anders. Bij een pensioenspaarverzekering wordt u belast op het kapitaal en de gewaarborgde rente. De winstdeelneming is vrijgesteld.

Wil u weten wat voor u de beste keuze is? Raadpleeg dan uw kantoorhouder.