Wat moet je weten over de verschillende soorten inflatie?

Als er inflatie op til staat, is dat vaak goed nieuws voor beleggers. Sparen wordt minder interessant door de lage rentevoeten en veel mensen trekken naar de beurs in de hoop op betere rendementen. Wat velen echter niet weten, is dat er verschillende soorten inflatie bestaan. In dit artikel lichten we ze voor je toe.

Wat is inflatie?

Heel eenvoudig gezegd: in tijden van inflatie wordt je geld minder waard, omdat de gemiddelde prijzen stijgen. Gisteren kocht je voor 3 euro nog twee broden, morgen krijg je er voor hetzelfde geld nog maar één. Wat de oorzaken van inflatie zijn? Veelal ligt een stijging van de vraag of aan hogere productiekosten.

De verschillende soorten inflatie

Hoewel consumenten niet bepaald op prijsstijgingen zitten te wachten, geloven de meeste economen dat inflatie de economie alleen maar ten goede komt – tenminste, tot op een bepaald niveau (inflatie van zo’n 2 à 3 procent per jaar om precies te zijn). Er wordt immers een onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten inflatie naargelang hun gradatie.

1. Hyperinflatie

Terwijl normale inflatie veelal op jaarbasis wordt waargenomen, zijn prijsstijgingen bij hyperinflatie dagelijks voelbaar en zeer extreem. Een bekend voorbeeld van hyperinflatie in onze streken dateert van 1922-1923 en vond plaats in Duitsland. De overheid had toen besloten om stakende arbeiders in het Ruhrgebied gewoon door te betalen en massaal geld bij te drukken om dat te bekostigen. Op een bepaald moment was de Duitse mark daardoor zo weinig waard, dat de Duitsers biljetten verbrandden om hun woningen te verwarmen.

2. Stagflatie

Wanneer inflatie gelijktijdig plaatsvindt met een stagnerende economie, is er sprake van stagflatie. Kenmerkend voor stagflatie zijn een hoge werkloosheidsgraad en een zwakke economische groei. Het fenomeen is zeer moeilijk te bestrijden. Centrale banken kunnen de intrestvoeten maar moeilijk aanpassen, omdat ze dan riskeren dat de werkloosheidsgraad verder stijgt – hoge rentevoeten stimuleren namelijk het sparen. Gelukkig komt stagflatie zelden voor.

3. Negatieve inflatie of deflatie

In geval van negatieve inflatie of deflatie dalen de prijzen. Omdat er minder geld voorhanden is, stijgt de waarde van de munt en dat drukt de prijzen. Deflatie is goed nieuws voor de consument op korte termijn, maar heeft op de lange termijn een negatief effect op de economie. Als bedrijven namelijk minder geld krijgen voor hun producten, moeten ze besparingen doorvoeren en dat betekent doorgaans weinig goeds voor de tewerkingstellingsgraad.t.

Welke gevolgen heeft inflatie voor de beurs?

Omdat door inflatie de koopkracht van spaargeld afneemt, neemt het aantal mensen die hun heil in de beurs zoeken op zulke momenten toe. Mensen zijn in het licht van inflatie doorgaans ook iets meer bereid om risico te nemen. Het is goed om te weten dat de koersen ten tijde van inflatie geneigd zijn om te stijgen door de extra vraag naar aandelen, maar dat de reële waarde van beleggingen daardoor tegelijkertijd daalt.